Utrechter krijgt 9 jaar cel voor dubbele poging doodslag na ruzie over gokschuld

De straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. De Utrechter moet de twee slachtoffers ook nog forse schadevergoedingen betalen.

Op de bewuste avond ontstond ruzie tussen de verdachte en de slachtoffers. Dat begon als een ‘normaal’ gesprek over een groot geldbedrag dat één van de slachtoffers nog tegoed zou hebben van de Utrechter. De man zou dat hebben gewonnen in de gokgelegenheid van de broer van de verdachte.

Het gesprek tussen de mannen ontaardde al snel in een ruzie waarna K. een wapen trok en meerdere keren op de anderen schoot. De Utrechter liet hen vervolgens aan hun lot over en vluchtte naar Duitsland en vervolgens naar Turkije. Andere aanwezigen hebben 112 gebeld.

De Utrechter heeft zelf steeds volgehouden dat hij uit noodweer heeft geschoten. Hij zou door de slachtoffers en hun metgezellen naar de Zeehaenkade zijn gelokt. Daar kwam een auto aanrijden met vier personen, onder wie de twee slachtoffers. Kort daarna kwam er volgens hem nog een auto aangereden. Vanuit die tweede auto werd een pistool op hem gericht, verklaarde de verdachte.

De rechtbank gelooft het scenario dat K. schetst niet. Alleen zijn broer, die bij de schietpartij aanwezig was, onderschrijft deze verklaring. Maar uit het dossier volgt dat beide mannen hun verklaringen na het incident op elkaar hebben afgestemd. Ook uit verklaringen van onafhankelijke getuigen blijkt niets over een tweede auto.

K. schoot meerdere keren van korte afstand op de twee mannen. Zij mogen volgens de rechtbank van geluk spreken dat ze het kunnen navertellen, al ondervinden ze nog elke dag de lichamelijke en psychische gevolgen van de schietpartij. De Utrechter heeft op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers, vinden de rechters. Maar doordat er op de openbare weg, met omstanders, werd geschoten is ook het algemene gevoel van veiligheid in de buurt en maatschappij aangetast.

De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 9 jaar passend en geboden is. Ook moet de man aan beide slachtoffers schadevergoedingen van ruim 20.000 euro betalen. Dat is ongeveer 10.000 euro minder dan zij hadden gevorderd.

De verdachte en het Openbaar Ministerie hebben twee weken de tijd om hoger beroep aan te tekenen, als ze het niet eens zijn met het vonnis.