Hoofdverdachte in jongensprostitutiezaak ging ondanks tbs door met ontucht plegen

Utrechter A. wordt verdacht van ontucht en seksuele uitbuiting van kwetsbare, minderjarige jongens en jonge mannen. Samen met medeverdachte Nico L. runde hij volgens het Openbaar Ministerie een prostitutiebedrijf vanuit twee flats in de Utrechtse wijk Overvecht.

Vandaag bleek dat beide mannen in het verleden al meerdere keren zijn veroordeeld voor zedenzaken. Romeo A., die zich tegenwoordig Hans noemt, is al vier keer eerder tot gevangenisstraffen veroordeeld in vergelijkbare zaken, voor het eerst in 1996. In 2008 legde de rechtbank hem tbs met voorwaarden op in een ontuchtzaak. In 2012 kreeg hij in hoger beroep een jaar gevangenisstraf voor mensenhandel.

Romeo A. werd vorig jaar geobserveerd in het Pieter Baan Centrum, maar weigerde toen mee te werken aan psychische onderzoeken. De deskundigen baseerden hun conclusie daarom voor een groot deel op conclusies van collega's uit onderzoeken en zijn tbs-behandeling. Dat hij na een positief afgeronde tbs-behandeling gewoon is doorgegaan met ontucht plegen roept bij officier van justitie en deskundigen serieuze vragen op.

Ook Nico L. is eerder veroordeeld voor zedenzaken. De oorspronkelijk uit Limburg afkomstige oud-onderwijzer kreeg in 1995 een voorwaardelijk celstraf voor ontucht met een 10-jarige jongen tijdens een vakantiekamp. In 2006 werd hij opnieuw veroordeeld voor ontucht op een basisschool waar hij destijds werkte. L. wordt ook nu verdacht van seks met jongens van 15 en 17 jaar oud, maar zegt dat hij niet wist dat zij nog geen 18 waren.

Deskundigen die Nico L. hebben onderzocht schatten de kans op herhaling hoog in als hij niet lang en intensief wordt behandeld. Daarvoor zou de rechtbank hem tbs met voorwaarden moeten opleggen. Maar omdat de klinieken die daarvoor in aanmerking komen zijn problemen te ernstig vinden, moet volgens de deskundigen ook een zwaardere tbs-maatregel met dwangverpleging worden overwogen.

Romeo A. bleef in de rechtszaal ontkennen dat hij seks met minderjarigen had gehad. Hij blijft volhouden dat hij de jonge mannen alleen had geholpen met de nodige adviezen en begeleiding. "Veiligheid, gezondheid en nemen van voorzorgen" stonden volgens hem voorop. De vermeende ontucht ging volgens hem om "verkeer tussen volwassen personen."

De jonge mannen die aangifte deden, hebben volgens Romeo A. zijn vertrouwen geschonden. A. zei ook dat volgens hem "de kans op herhaling nul is" en hij daarom geen psychische hulp nodig heeft. Als hij toch behandeling nodig zou hebben, kon hij dat zelf wel regelen. De rechter hield hem vervolgens zijn strafblad voor, waaruit blijkt dat de celstraffen en behandeling in het verleden niet hebben geholpen.

Ook vandaag werden in de rechtszaal een groot aantal verklaringen besproken van jongens die tegen Romeo A. en Nico L. aangifte hebben gedaan. Ze hebben allemaal een problematische achtergrond. Ze hebben verstandelijke problemen, komen uit een gebroken gezin, zijn van huis weggelopen, hebben hun jeugd in instellingen doorgebracht, zijn verslaafd of hebben een combinatie van die problemen.

De meeste jongens maakten met Romeo A. kennis, omdat ze hadden gehoord dat hij goede service verleende. Daarna hadden ze als proefdate seks met L.. Alle jongens verklaarden bij de politie dat zij door A. onder druk werden gezet om zoveel mogelijk seksdates te hebben. Een van de jongens sprak van gemiddeld vier en soms wel acht klanten per dag. A. zou ook voortdurend ontuchtige handelingen met hen hebben gepleegd.

Volgens het OM zouden de verdachten 23.000 euro hebben verdiend aan de jongens.

Meerdere jongens eisen een schadevergoeding van de verdachten. Zij willen het geld terug dat zij moesten afdragen voor de dates die de verdachten voor hen hadden geregeld. Dat gaat in sommige gevallen om tienduizenden euro's. Daarnaast eisen sommige slachtoffers forse schadevergoedingen voor de psychische gevolgen van ontucht en misbruik. Veel van de jonge mannen zitten daarvoor nu in therapie.

De zaak gaat donderdag verder met het requisitoir en de strafeisen van de officier van justitie. De rechtbank neemt daarna ruim de tijd om tot een vonnis te komen. De uitspraak staat gepland voor 14 januari volgend jaar.