Universiteit gebruikt minder proefdieren, maar kan niet zonder

Het is vandaag Wereldproefdierendag, gehouden als protest tegen het gebruik van proefdieren. De initiatiefnemers zien proeven met dieren het liefst helemaal verdwijnen, maar dat is volgens hoofddocent diergeneeskunde Claudia Wolschrijn van de Universiteit Utrecht niet mogelijk. "Je kunt niet een dierenarts opleiden zonder dat die ooit een dier in handen heeft gehad en onderzocht heeft."

Het terugbrengen van het aantal proefdieren is wel iets waar de Utrechtse universiteit mee bezig is. En volgens Wolschrijn met succes. "Ons streven is om zo weinig mogelijk proefdieren te gebruiken en we hebben al veel en veel minder dieren nodig dan tien à vijftien jaar geleden. We werken tegenwoordig vaak met dieren die al zijn overleden. Die halen we op bij dierenartsen. Eerder kochten we levende honden aan."

Ook technologische vooruitgang biedt mogelijkheden. Studenten kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van een kunstpaard. "Als ze afstuderen moeten ze een paard inwendig kunnen onderzoeken", zegt Robin van den Boom, docent inwendige ziekten. "Met een kunstpaard kunnen ze dat oefenen. Je gaat met je hand naar binnen en dan voel je virtueel de ingewanden van een paard. Het is behoorlijk levensecht."

Van den Boom heeft hoge verwachtingen van technologie, al blijven echte dieren ook volgens hem nodig. "Studenten kunnen dankzij deze techniek veel meer oefenen, met veel minder proefdieren. En het wordt ook steeds realistischer. Maar het gevoel van een levend en bewegend dier, dat is voorlopig nog niet na te bootsen."