'Ondergoed van de bovenste plank' in Museum Veenendaal

Tientallen jaren verdienden Van Wijk en Van Manen hun dagelijks brood bij Hollandia. "Ik stond op de snij-afdeling en daar zat het atelier aan vast", vertelt Van Wijk. "Daar zaten tweehonderd meisjes aan de naaimachines met een lopende band. Ze werkten ontzettend hard en eentje ervan heb ik thuis. Al 56 jaar en het gaat nog steeds goed."

In het museum zien Van Manen en Van Wijk kousen en ondermode in alle soorten en maten. Ze zijn weer even terug in de tijd van het lange ondergoed. "Hier heb je hem" wijst Van Manen. "Mijn vader had altijd zo'n onderbroek aan, 's zomers en 's winters. En als hij hem in de zomer uitdeed, dan werd hij verkouden."

Volgens Natalie Kriek is de verbinding van het hedendaagse Veenendaal met zijn verleden belangrijk voor het lokale museum. "Dat brengt de collectiestukken tot leven. Het lijkt me ontzettend leuk als we hier een groot Veenendaals publiek mee bereiken. Er zijn zoveel mensen die in de Hollandia Tricotage gewerkt hebben. Het is fantastisch dat we ook een stukje Veenendaal in deze tentoonstelling kunnen laten zien."

Van Manen en Van Wijk koesteren dierbare herinneringen aan hun tijd tussen de grote machines en het damesondergoed. Ze droegen bij aan het succes van Hollandia, dat adverteerde met slogans als 'Ondergoed van de bovenste plank!', 'Goed ondergoed heeft een merk, Hollandia' en 'Lijflekkere mode!'.

Naast de ronkende teksten stonden vaak glimlachende modellen met kapsels die typerend waren voor die tijd. De mannen herinneren zich nog hoe ze dat vonden. "Wat zijn die meiden opgemaakt", mijmert Van Wijk. "Dat vonden wij niet echt meer."

De expositie '

' in Museum Veenendaal maakt tot en met 14 april een verbinding tussen de 16de-eeuwse hoepelrok en de moderne bh van Marlies Dekker. Behalve stukken van Hollandia Tricotage zijn er ook exclusieve lingerie van het Veenendaalse Lingerie Donna en ondermode uit het Museum van de vrouw in Echt te bezichtigen.