Armoede neemt met name in steden verder toe

PROVINCIE UTRECHT - Het aantal Nederlanders dat onder de armoedegrens leeft is opnieuw gestegen. Het Sociaal Cultureel Planbureau kwam donderdag met de nieuwste cijfers over de afgelopen drie jaar. Vooral de stijging in de grote steden valt op.
Ten opzichte van de vorige editie van het rapport Armoedesignalement zijn de armoedecijfers per gemeente over de gehele linie gestegen, maar is de rangschikking weinig veranderd.
De top-3 bestaat uit de drie grote steden. Amsterdam heeft het hoogste armoedepercentage (13,2% arme inwoners), op de voet gevolgd door Rotterdam (13,0%) en Den Haag (12,7%). Utrecht, de vierde grote stad, volgt pas op de achttiende plaats, met 9,1% arme inwoners. Dit komt onder andere door een geringer aandeel niet-westerse allochtonen dan in de drie grootste steden.
In absolute aantallen behoort Utrecht met 25.300 arme personen in 2012 wel tot de 'grote vier', maar de verschillen met Amsterdam (93.300 armen), Rotterdam (72.500 armen) en Den Haag (58.100 armen) zijn aanzienlijk. Eindhoven, Groningen en Tilburg volgen in de absolute cijfers na Utrecht, met 16.000 tot 17.000 armen.
Het hoge percentage (langdurig) lage inkomens in de grote steden heeft meerdere oorzaken. Zo zijn er in de grote steden relatief veel mensen met een bijstands- of werkloosheidsuitkering.
Verder hebben ook arbeidsongeschikten en pensioenontvangers in de grote steden, meer dan elders in het land, een relatief laag inkomen. Bovendien zijn niet-westerse allochtonen, die in verhouding vaak over weinig inkomen beschikken, oververtegenwoordigd in de grote steden.
Mede doordat in Utrecht het aandeel niet-westerse allochtonen ruim 10 procentpunt lager lag dan in de andere drie grote steden, had Utrecht van de vier grote steden het laagste percentage huishoudens met zowel een laag als een langdurig laag inkomen.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.