Staatssecretaris Van Rijn baalt van peiling RTV Utrecht
PROVINCIE UTRECHT - Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS baalt van de resultaten uit een peiling van RTV Utrecht over de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dat zei hij donderdagmorgen op Radio M Utrecht in een eerste reactie op de cijfers. Hij vindt dat de angst voor de Wmo niet terecht is.
RTV Utrecht ondervroeg 1007 mensen over de ontwikkelingen in de zorg. Vanaf 1 januari zijn gemeenten grotendeels verantwoordelijk voor thuiszorg, jeugdzorg en begeleide zorg. Van de respondenten die menen geraakt te worden door de veranderingen maakt 90 procent zich zorgen en 79 procent vreest dat de persoonlijke situatie verslechtert.
EERST ZIEN
"Dat zijn hoge cijfers en daar baal ik best van", zegt Van Rijn. Volgens hem is de slechte score te wijten aan onzekerheid. Over de gevolgen van de wet is nog veel onduidelijk en Van Rijn denkt dat daarom het motto 'eerst zien dan geloven' geldt. "Er wordt ook bezuinigd, bijvoorbeeld op de huishoudelijke hulp. Veel mensen zijn bang dat ze niet dezelfde hoeveelheid zorg zullen krijgen.
"Dat zijn hoge cijfers en daar baal ik best van", zegt Van Rijn. Volgens hem is de slechte score te wijten aan onzekerheid. Over de gevolgen van de wet is nog veel onduidelijk en Van Rijn denkt dat daarom het motto 'eerst zien dan geloven' geldt. "Er wordt ook bezuinigd, bijvoorbeeld op de huishoudelijke hulp. Veel mensen zijn bang dat ze niet dezelfde hoeveelheid zorg zullen krijgen.
Van Rijn vergelijkt de overdracht van de taken naar de gemeenten met een verhuizing. "Als alle verhuisdozen in je nieuwe huis staan, dan raak je het overzicht soms een beetje kwijt. Dan is het goed dat sommigen dat overzicht wel hebben en precies weten in welk hokje alles komt te staan."
WAARBORGEN
Volgens de staatssecretaris hoeft niemand te vrezen voor misstanden. "We hebben veel waarborgen in de wet, er zijn dingen geregeld in het basispakket, niemand komt op straat te staan en er is oog voor de coninuïteit van de zorg. Ik snap de onzekerheid, maar niet de hele wereld verandert op 1 januari 2015."
Volgens de staatssecretaris hoeft niemand te vrezen voor misstanden. "We hebben veel waarborgen in de wet, er zijn dingen geregeld in het basispakket, niemand komt op straat te staan en er is oog voor de coninuïteit van de zorg. Ik snap de onzekerheid, maar niet de hele wereld verandert op 1 januari 2015."
Onder de nieuwe Wmo moeten gemeenten per persoon bepalen welke zorg nodig is. Bang voor ongelijke behandeling in verschillende gemeenten is Van Rijn dan ook niet. "De behoefte is per mens verschillend en daar houdt de zorg nu nog te weinig rekening mee. Ik wil graag dat er rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden en niet met waar iemand woont."
MANTELZORGERS
Behalve aandacht voor de individuele behoeften van patiënten moet er ook op de positie van mantelzorgers worden gelet, zegt Van Rijn. "De samenwerking tussen zorgprofessionals en vrijwilligers moet veel beter. Niet om zorgtaken over te nemen, maar juist om voor mantelzorgers het werk een beetje te verlichten."
Behalve aandacht voor de individuele behoeften van patiënten moet er ook op de positie van mantelzorgers worden gelet, zegt Van Rijn. "De samenwerking tussen zorgprofessionals en vrijwilligers moet veel beter. Niet om zorgtaken over te nemen, maar juist om voor mantelzorgers het werk een beetje te verlichten."
Ook dat de Wmo te snel wordt ingevoerd is een vrees die Van Rijn niet deelt. "Ik heb zo'n beetje alle wethouders in het land bezocht. Die zeggen allemaal dat ze op 1 januari 2015 aan de startstreep staan."
Wethouders live in de studio over de zorgproblemen
