Boerenjongeren zetten familiebedrijf graag voort

BUNNIK - Koningin Maxima nam donderdag bij de Rabobank in Utrecht een onderzoek in ontvangst van het ministerie van Economische Zaken en Hogeschool Windesheim. Hieruit blijkt dat boerenjongeren graag het familiebedrijf voortzetten.
Honderden boeren en hun kinderen woonden vandaag het symposium 'Van Traditie naar Ambitie' bij in het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht. Volgens onderzoeker Ilse Matser van Hogeschool Windesheim blijven boeren belangrijk in Nederland en zal dat ook blijven doordat de nieuwe generatie, de kinderen, al klaar staat.
In tegenstelling tot vroeger verplichten ouders steeds minder vaak hun kinderen de boerderij over te nemen, maar toch blijven kinderen graag de zaak voortzetten, zo blijkt uit het onderzoek.

NIET CHIQUE

Hoewel het boerenleven misschien niet altijd chique oogt, zeven dagen per week hard werken, is de nieuwe generatie toch bereid de uitdaging aan te gaan. "Wij merken dat jongeren zien dat het bedrijf runnen anders kan dan hoe hun ouders het deden", zegt Matser. "Zij zullen bijvoorbeeld wel vakantie of een vrije dag nemen. Ze zullen dan een externe kracht inhuren."
De Bunnikse boerenfamilie Van Dijk onderstreept de conclusie van het onderzoek. Al sinds 1784 is het melkveebedrijf in familiehanden. Vader Kees (51) zegt zijn kinderen niet te dwingen de zaak over te nemen. Toch wil zijn jongste zoon, als hij klaar is met zijn landbouwopleiding, de boerderij gaan runnen.

Boerenjongeren zetten graag het familiebedrijf voort, blijkt uit onderzoek.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.